Vertellen?

Vrienden van mij wonen naast het ziekenhuis. Na het gynaecologisch onderzoek ga ik daar theedrinken en vertel hen mijn nieuws. Ze kijken verbaasd naar mijn buik: “Waar zitten die vleesbomen dan?” Je ziet er niks van. Het is fijn om te kunnen delen wat ik net heb gehoord. Ziekenhuizen zijn geen vertrouwd terrein voor mij en ongemerkt was ik toch gespannen. Dat lost op in de thee.

Daarna verder. Vertel ik anderen over mijn vleesbomen of niet? Wie dan, en hoe? Waarom wel, waarom niet? Ik merk dat dit een punt is voor mij. Waarom zou ik iets vertellen als er eigenlijk ‘niks aan de hand’ is? Wie heeft er iets aan die informatie? Maar als ik er wel last van krijg en een operatie nodig heb, is het dan misschien fijn als een aantal mensen al weet dat die vleesbomen er zijn? En heeft het ook iets te maken met vertrouwen en verbinding, om te delen wat mij bezighoudt? Houd ik vrienden en familie te veel op afstand als ik er niets over zeg?

De poliep ziet er melancholiek uit. Zal ik erover poliep vertellen?

Poliep

Zulke vragen stel ik mezelf nooit als ik iets leuks heb ervaren. Dan vertel ik er gewoon enthousiast over. Nu moet ik bekennen dat ik in dit blog nog iets verzwegen heb. Naast de vleesbomen heb ik een poliep aan mijn baarmoedermond. Met de spiegel liet de gynaecologe hem zien. Ik vond het wel een elegant dingetje. Als een waterplant in zee met een melancholiek oog. Iets om te tekenen. Maar poliepen kunnen wél kwaadaardig worden, en de gynaecologe heeft dan ook aangeraden hem weg te laten halen. De huisarts zou het kunnen doen.

Vooral de poliep met zijn kwaadaardige potentie vind ik lastig om openbaar te maken. En dan de combinatie met mijn plan om alles eerst eens rustig te laten bezinken voordat ik verdere stappen onderneem. “Ik voel me nog niet opgewassen tegen de lading en bemoeizucht die over je heen spoelt als er iets met je aan de hand is. Het lijkt alsof ik dan drie keer zo sterk moet zijn als ik ben”, noteer ik in mijn dagboek.

Aarzelend besluit ik enkele mensen te informeren. De eerste reactie die ik krijg is voorspelbaar maar niet bemoedigend: “Nou, ik zou de hele boel weg laten halen! Die dingen horen er niet, die moeten eruit!” Ik schiet in de verdediging en voel hoe het gesprek verwijdering brengt in plaats van verbinding. Verschillende vriendinnen zijn gestorven aan kanker. Zij hebben me weleens verteld dat ze soms de angst van anderen moesten sussen in plaats van zelf steun te krijgen, en hoe lastig ze dat vonden. Dat leek mij de omgekeerde wereld, maar nu begrijp ik wat ze bedoelden. Ik snap ook wel dat dit een schrikreactie is, maar toch heb ik er last van. Pas een aantal ontmoetingen later vind ik de moed om te vertellen wat een klap in mijn gezicht het was, en dat het voor mij aanleiding is om er niets meer over te zeggen. We praten nog wat door totdat de lucht geklaard is en we allebei weer duidelijk weten dat we bij elkaar betrokken willen zijn en van elkaar houden. Communicatie blijft oefenen… Gelukkig zijn de andere gesprekken gemakkelijker.

Als je zelf ook vleesbomen of poliepen hebt, vind je het misschien interessant om wat meer ‘exacte’ informatie te krijgen. De poliep is 2 à 3 centimeter groot en groeit vanaf de baarmoedermond naar beneden, de vagina in. Ik merk er niks van bij de seks of als ik tampons gebruik. Mijn grote vleesboom is ‘intramuraal’, dat wil zeggen dat hij (bij mij aan de rechterkant) in de baarmoederwand zit. Hij heeft een diameter van 8,5 centimeter. De kleinere meet 3,7 centimeter, zit links en is intramuraal of ‘subsereus’. Dat laatste zou betekenen dat hij vlak onder het slijmvlies aan de buitenkant van de baarmoeder groeit. In de buikholte dus. Hoe het precies zit was niet goed zichtbaar door het grotere exemplaar. Dat ik geen opgezette buik heb, verklaar ik zelf door een vergelijking met mijn zwangerschap. Ook die werd pas heel laat zichtbaar. Kennelijk heb ik veel ruimte van binnen voordat ik begin uit te puilen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.